Bloemenzee
Ook al is het begin september, de kweektuin van Amstel Glorie staat nog volop in bloei in mooie, warme Indiansummer tinten. Stokrozen van zalmroze tot dieppaars, Persicaria in roze en rood en de goudgele Guldenroede knallen je tegemoet. Ik stap de tuin in omdat ik nieuwsgierig ben, wie er nou eigenlijk werken in en aan deze mooie bloemenzee, en wat het nut van de kweektuin is.
Mieke en haar liefde voor wilde, inheemse planten
Eigenlijk zijn er drie mensen belangrijk voor de kweektuin: Katja, Wim en Mieke. Vandaag interview ik Mieke want ik heb al meteen door: er is zo veel te zien, hier kom ik wel weer een keer terug om de andere twee aan de mouw te trekken. Mieke (71) werkt al 25 jaar, 3 ochtenden per week in deze kweektuin. Het tuinieren en de liefde voor inheemse planten is haar met de paplepel ingegoten. Haar vader was de bekende boswachter Brander, die in de jaren ’50 het vogeleiland ontwikkelde in het Amsterdamse Bos en op gepassioneerde wijze schoolkinderen kennis bijbracht over wilde planten. Wanneer ze over hem vertelt, verschijnt er een trotse glimlach op haar gezicht.
Liever in de kweektuin
Een eigen volkstuin heeft Mieke niet meer. “Ik strandde toch altijd weer hier en zo’n huisje is niets voor mij. Deze kweektuin is een ideale plek om te experimenteren met planten, het is lekker ruim, er staan twee kassen en er is volop gereedschap voorhanden.”
Tuinieren houd je jong
En alsof 1 tuin nog niet genoeg is, werkt Mieke ook nog met veel plezier, 3 ochtenden in een andere kweektuin in Almere. Het tuinieren houdt haar jong. Aan yoga doet ze ook. “Ik heb er een hekel aan maar het is goed voor me. Ik merk het meteen: als ik niet naar les ben geweest kan ik rechtop het kasje in lopen, na wat yogaoefeningen stoot ik mijn hoofd! Het scheelt net 1 centimeter”, vertelt ze vrolijk. Ze wijst naar de gele ganzenbloem (hier rechtsonder). “Deze bloem heeft zo’n mooie gele kleur en uitstraling. Het duurde even voordat het aansloeg en je moet het elk jaar weer opnieuw zaaien maar ik geniet er steeds weer van.”
Het tuinjaar begint in de kas
Vanaf half februari gaat het tuinjaar van start met het zaaien van 1-jarige planten. “Wim is meer van het zaaien, ik van het oppotten en uitplanten in de kweektuin”, vertelt Mieke. Veel zaden worden verzameld uit eigen tuin maar soms wordt er ook wel wat (nieuws) gekocht. In de kas staat een kacheltje zodat het zelfs in de koude wintermaanden binnen aangenaam is. Hiermee wordt ook een “truc” uitgehaald: “Stokrozen die eigenlijk 2-jarig zijn, worden heel vroeg gezaaid en daardoor bloeien ze vaak al in het 1e jaar.” Dat zijn nog eens leuke weetjes! Vroeg beginnen dus en op temperatuur houden.
Vast, 1-jarig en wild
De kweektuin toont weelderig maar er zit een idee achter. Twee bakken (je praat als snel over zo’n 20 meter of meer, ik had natuurlijk geen rolmaat bij me) zijn voor de vaste planten. Veel van die vaste planten worden na de bloei uit de grond gehaald, gescheurd en vermeerderd.
De derde bak is bedoeld voor 1-jarige bloemen en de vierde bak is verdeeld in tweeën: wilde of inheemse soorten zoals kattenstaarten en teunisbloemen. In de andere helft staat allerlei kruiden en wat groenten.
Slakkenvangers
Een hele familie kippen loopt los rond tussen de grote bakken met bloemen. “Dit zijn onze slakkenvangers, ze eten de hele kleine slakjes op en de slakkenplaag is hierdoor merkbaar minder.”
Vlinder en bijenlokkers
Mieke: “We vinden het belangrijk dat de planten diervriendelijk zijn, dus aantrekkelijk voor bijen en vlinders”. Achter de kweektuin staan bijenkasten, waar Katja verantwoordelijk voor is. Ze promoot het zaaien van bijenbloemen, bij volkstuinders maar ook bij schooltuinen door de hele stad en geeft les aan klassen. Want bijen zijn ontzettend belangrijk voor de bloei en groei alle gewassen. Wordt een andere keer vervolgd…
Handen uit de mouwen
Onder een afdakje staat de oude tractor waar je Wim vaak mee ziet rondrijden over het tuinpark. De kruiwagens worden regelmatig ingezet bij tuinwerkbeurten, elke zaterdagochtend van 10 tot 12. Negen keer per seizoen ben je als tuinder verplicht mee te werken aan het onderhouden van het park. Dat kan schoffelen zijn (langs de paden) maar ook meehelpen in de kweektuin. Hoewel verplicht, is het vaak ook gezellig en leuk om andere tuinders te spreken.
En wat gebeurt er eigenlijk met al die stekjes en jonge zaailingen?
Ik verbaas me altijd over al die bloemen die in bloei staan bij de ingang van het park. Je raadt het al, deze komen uit de kweektuin. Wim is hier het hele seizoen mee bezig: hij zet het zaaigoed en de stekken uit in het park. Een ander deel wordt weer uitgeplant in de kweektuin want een kruid als bijvoorbeeld Marjolein moet je iedere keer vermeerderen, anders verdwijnt de plant gewoon. Dus van 1 grote pol maak je 10 pollen. En de “bloemschikkers” maken dankbaar gebruik van de snijbloemen.
Verborgen groenten
In de bak met kruiden zie ik ook wat groenten verstopt en in de kas hangen wat tomaatjes. Er wordt van alles uitgeprobeerd en geëxperimenteerd. Zo is Katja onlangs begonnen met het drogen van kruiden voor thee, in een speciale droogmachine. Puur voor de lol.
Een dakje van hop
Het afdakje is weelderig begroeid met hop, niet echt een aanrader voor in je eigen tuin want het woekert enorm, maar het staat wel heel decoratief.
Mieke en haar knipwerk
Mieke knipt regelmatig uitgebloeide bloemen weg zodat de planten langer blijven doorbloeien. Ze legt uit waar je precies het beste kunt knippen. Als je alleen de uitgebloeide bloem afknipt kan het gaan rotten dus ze knipt voorbij een paar blaadjes.
Voor volgend jaar
In het kastje staan alweer bakken vol zaaigoed van 2-jarigen voor volgend jaar. In juli en augustus gaan de zaden van oa. de Muurbloem, Violen, Maria Distel en Judaspenning de grond in. Het ziet er schattig uit, deze kraamkamer van Amstel Glorie.
En zo zie je maar, er gaat heel wat planning en voorbereiding aan vooraf om vandaag te kunnen genieten.