In den beginne was het ongezellig en kaal
Vanaf het moment dat ik de tuin kreeg (in 2013) heb ik veel foto’s gemaakt. Hoe blij was ik met mijn tuin maar hoe kaal en ongezellig lijkt het nu als ik terugkijk. De foto’s vormen een groot contrast met de huidige situatie. En dan te bedenken dat ik voor de toekomst nog heel veel op mijn wensenlijstje heb staan.
Ontdekking van groene vingers
Inmiddels ben ik erachter gekomen dat een tuin opknappen en veranderen in kleine stapjes gaat. Bij het weghalen van onkruid die de rest overwoekeren, komen er regelmatig mooie planten tevoorschijn. Wanneer deze de ruimte krijgen groeien ze soms weer uit tot iets moois. Dat kost tijd. Langzamerhand begin ik planten te herkennen en namen te onthouden. Het duurde bij mij wel even voordat ik het tuinieren in de vingers begon te krijgen. Maar hoe leuk is het om te ontdekken dat die vingers aardig groen blijken te zijn! Soms ben ik niet meer te stoppen en betrap ik mezelf erop dat ik steeds meer op mijn moeder ga lijken, die nog groenere vingers heeft dan ik.
Weg met dat gras!
Mijn eerste kleine project was een border aanleggen voor het huisje. Het gras schepten we in blokken eruit. Een pittig klusje maar gelukkig kreeg ik hulp van Rob, een goede vriend. Een rechte strook van ongeveer een halve meter breed lag daar, kaal en gevuld met de beruchte harde kleigrond. Omspitten en aanvullen met nieuwe aarde dan maar. Nou, die sportschool is niet meer nodig hoor, ik leef me voorlopig lekker uit in de buitenlucht!
Inmiddels is de kale strook een weelderige, gevulde border geworden met planten die op diverse momenten bloeien. De Persicaria Red Dragon, met donkerrood blad vind ik erg mooi tussen het groen. Momenteel bloeit de paarse iris: Iris Siberica Silver Edge, een lekkere eyecatcher.
Stap voor stap
Dat er, in de periode dat het te koop stond, mensen afknapten op het huisje nadat ze een blik naar binnen hadden geworpen, kan ik wel begrijpen. Het zag er best troosteloos uit. Stucwerk dat van de muren viel, afgeknabbelde kozijntjes. Maar het goede nieuws is: het dak lekt niet, en het huisje heeft geen vochtproblemen (in tegenstelling tot vele andere huisjes op het park). De eerste keer dat ik binnenstapte gebruikte ik voornamelijk mijn neus: het rook niet muf dus dat leek mij een goed teken.
Met de franse slag lapte ik de muren op en ik richtte het huisje in met spullen die ik nog had. Mijn doel was: zo snel mogelijk hier kunnen verblijven, het echte opknappen komt nog wel!
En nu ziet het er zo uit:
Ik heb een keukentje, houtkachel, zonnepanelen, douche en wc en een koelkastje op gas. Eigenlijk alles wat je nodig hebt toch? (nou ja, wifi zou wel handig zijn;-)
Ik heb nog allerlei plannen, zoals het verven van het plafond en pimpen van het keukentje. Maar: stap-voor-stap! Eerst de buitenkant afschilderen.
Voor nu ben ik tevreden want ik kan heerlijk bivakkeren in mijn tuin en slapen in mijn huisje. En ik geniet van het feit dat het, stap-voor-stap, mooier en kleurrijker wordt.